A.S. Onderwijzer, Rashie's Pentateuch commentaar II, שמות, [1897], 100 Laat rijpend; en zij waren nog week en konden [daarom] stand houden tegenover iets hards [iets hards breekt, wanneer harde voorwerpen aanhoudend daarop vallen; zachte en taaie zaken daarentegen blijven ongedeerd; zoodoende richtte de hagel wel schade aan bij vlas en gerst, maar niet bij tarwe en spelt].
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar de tarwe en de spelt [28]werden niet geslagen; want zij waren [29]bedekt. 28. Te weten, door den hagel. 29. Hebreeuws, duister. Hij wil zeggen dat zij nog geen aren en nog geen halmen hadden.